(toggle venster links-boven voor andere onderwerpen)
DIVERSE ONDERWERPEN EN BIJDRAGEN
Art. 8 - Bijdrage aan het aardoliebeleid in Suriname, Jharap (1981)
Art. 7 - Prof. Dr. Wil Hout - "Building on our own Abilities":
Suriname's State Oil Company as a Development Agent
http://repub.eur.nl/res/pub/18750/wp444.pdf
Art. 5 - OMKIJKEN NAAR EEN REVOLUTIE WALTER LOTENS
Art. 4 - HERINNERINGEN AAN EEN PIKIN KOELI BOI
Art. 3 - ROTARY VOCATIONAL EXCELLENCE AWARD 1997 VOOR EDDIE JHARAP
Art. 2 - EEN STRATEGIE VOOR DE ONTWIKKELING VAN DELFSTOFFEN IN SURINAME
Art. 1 SURINAME'S PETROLEUM POTENTIAL
http://www.staatsolie.com/pio/images/stories/PDF/suriname_the_next_giant.pdf
Art. 7 - Dr. Wil Hout - 'BUILDING ON OUR OWN ABILITIES': Suriname's State Oil Company as a Development Agent Suriname's State Oil Company as a Development Agent
ABSTRACT. This paper analyses the conditions under which the Surinamese State Oil Company (Staatsolie) has been consolidated, not only as a firm oriented at the production of oil, but also as a development agent. Staatsolie’s chances to success seemed rather slim at its creation in the beginning of the 1980s, mainly because of the non-developmental, patrimonial character of Surinamese politics and the nature of Suriname’s state, which has traditionally been oriented toward patronage and clientelism.The analysis documents the origins of Staatsolie and focuses on its commitment to the acquisition and further development of technological and managerial expertise. At present, Staatsolie ranks among the most successful companies in Suriname and its contributions to the economy of this small middle-income country are considerable. The success of Staatsolie’s attempt to become a development agent is attributed, in particular, to the company’s double strategy. The internal part of this strategy, derived from the management vision and ideological commitment of the company’s leadership, was aimed at developing technological and management skills. The external part of the strategy was aimed at steering away from political influences on the company and playing out politically the formal legal position of the firm in the petroleum sector. After 25 years of Staatsolie, it is argued that the factors that were responsible for the company’s success may turn out to be the main challenges for the years ahead.
Lees verder: http://repub.eur.nl/res/pub/18750/wp444.pdf
Art.6 - CHAN SANTOKHI(VHP) - AANZET TOT SURINAME'S VISION 2030:
De heer Santokhi:
Laten wij eerst beginnen te kijken naar de basisvoorwaarden, die nodig zijn voor lange termijn ontwikkeling, met name de institutionele capaciteit en de kwaliteit van het bestuur.
Enkele decennia geleden werden onderzoeken gedaan naar de vraag, hoe het kwam dat sommige landen zich voorspoedig ontwikkelden, en weer anderen niet, maar die ook niet uit hun armoede kwamen, terwijl zij min of meer dezelfde ontwikkelingsmogelijkheden hadden. De belangrijkste conclusie uit die onderzoeken was dat ‘good governance’ - goed bestuur - een grotere bepalende factor was voor ontwikkeling, dan het hebben van veel donoren, veel geld of een rijkdom aan grondstoffen. Landen, zonder donoren en zonder grondstoffen, maar met goed bestuur ontwikkelden zich beter, vlugger en duurzamer, dan landen met grote rijkdommen en donoren, maar waar het bestuur zwak was. Onder ‘good governance’ vielen zaken als wet en recht, sterke en deskundige instituten, en investeringen in goed en hoog onderwijs voor hun bevolkingen. Sterke, deskundige en rechtvaardige instituties bepalen de kracht en de kwaliteit, en daarmede het vertrouwen in het bestuur. Het gaat daarbij om de kwaliteit en het vertrouwen in de volksvertegenwoordiging De Nationale Assemblee, de regering, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, het gezag van monetaire autoriteiten, het vertrouwen in de veiligheidsinstituten, het vertrouwen in de staatsinrichting en in de instanties die er deel van uitmaken. Vertrouwen, dat diensten die belast zijn met de toebedeling van productiemiddelen grond en kapitaal, dat ook rechtvaardig doen: dat wij die diensten graag willen vertrouwen. Sommige doelen en voorwaarden voor de duurzame visie kunnen kort en krachtig geformuleerd worden, zonder kans op misverstand. De essentie van de rechtstaat bijvoorbeeld, kan kort worden samengevat namelijk ‘dat de rechtsstatelijkheid in ons denken, doen en handelen altijd de boventoon zal moeten voeren’. Als wij ons land en ons handelen toetsen aan deze gedachte, moeten we vaststellen, dat wij de rechtsstaat gezamenlijk aanmerkelijk zouden kunnen verbeteren. Maar in veel van de basisvoorwaarden voor een institutioneel sterk land en voor een toekomstvisie, is er voldoende gelegenheid om eigentijdse nieuwe oplossingen te zoeken en te vinden voor nieuwe uitdagingen
Art. 5 - OMKIJKEN NAAR EEN REVOLUTIE WALTER LOTENS
VOLKSPARTIJ WI PARTIJ
Door Walter Lotens 1998
“Door de staatsgreep was de Volkspartij ineens haar politieke issues kwijt. De militairen gingen zich omhullen met de mantel van het socialisme en sociale rechtvaardigheid.”
(Eddy Jharap)
De Volkspartij in wording
Tussen 1969 en 1970 begonnen de oudere Surinaamse studenten die op afstuderen stonden natuurlijk ook te denken aan hun terugkeer naar Suriname. Toen ontstonden onze eerste gesprekken over bundeling van krachten om in Suriname met een totaal nieuwe politieke beweging te beginnen. Daar werd de basis gelegd van wat naderhand in Suriname de Volkspartij zou worden.
“In die periode zijn we ongeveer met zijn tienen naar Suriname teruggekeerd. Daar behoorde onder meer Ruben Lie Pauw Sam, Carla Oedraysingvarma, Margo Parabirsingh, Arthur Ten Berge, Arie Verkuyl, Rob van Romondt, Gerard Oediet, en ikzelf. Iets later kwamen erbij Edward Naarendorp uit de OSKOM, de Organisatie van Surinaamse Kommunisten, en Stuart Menckenberg uit de MLCS (Marxistisch-Leninistisch Centrum Suriname) van Humphrey Keerveld. De Oskom en de MLCS namen een veel radicalere positie in dan wij. Onze groep die toen nog anoniem was, wilde een bredere links georiënteerde partij, op sociaal-democratische leest opbouwen. Dat zou later de Volkspartij worden. Wij wilden proberen wortel te schieten in de massa: in de vakbeweging, bij vrouwengroepen, studenten, scholieren, buurtbewoners en ga zo maar door. Deze basiswerking was nodig om tot de oprichting van een partij te komen, die meer moest voorstellen dan een clubje intellectuelen, die revolutie wilden maken. Onze makkers die nog in Nederland studeerden, zouden ons verder blijven ondersteunen. Dat was de afspraak.”
De Volkspartij profileerde zich niet als een revolutionair-marxistische partij. Via deelname aan de verkiezingen wilde deze nieuwe politieke formatie veranderingen doorvoeren in het politieke landschap van Suriname.
(LEES VERDER IN HET ARTIKEL)
00000000000
Art. 4 - HERINNERINGEN AAN EEN PIKIN KOELI BOI
.
Mijnheer Jharap,
Dat we uiteindelijk toch terechtkomen waar we thuishoren, is een feit. Uw leergierigheid en doorzettingsvermogen hebben bewezen dat je van “voorbestemd” landbouwer toch directeur van een aardoliebedrijf kunt worden. In elk geval hebt u het Staatsolie-“landbouwterrein” blootgelegd, omgespit en de zaden geplant waarvan u en wij vandaag de vruchten kunnen plukken. Ongetwijfeld zult u ook van anderen cadeaus ontvangen in verband met uw afscheid van Staatsolie. Wat wij u meegeven is een bundeling van herinneringen. Herinneringen aan de tijd van uw arbeid op het landbouwterrein, Staatsolie. Herinneringen, omdat we stiekem hopen dat wanneer u straks lekker in een hangmat van een welverdiend pensioen geniet, wij nog in uw gedachten zullen zijn zoals u in de onze.
In dit boekje laten we verschillende medewerkers, enkele excollegae en vrienden aan het woord die vertellen over komische voorvallen met u, hoe zij u hebben ervaren, maar ook over de dingen die zij van u geleerd hebben. Velen hebben het over uw onvermoeibaar doorzet-tingsvermogen, uw constante aanmoedigingen voor productieverhoging, maar ook over uw joviale buien.
Uit de verhalen blijkt dat u een strenge maar oprechte directeur bent geweest. Zoals een mededewerkster zei: ”Vroeger was Jharap een hard gekookt eitje! Zelfs als je hem liet vallen, vertoonde hij nog geen enkele barst. Tegenwoordig?… is hij een zacht gekookt eitje.”
Het was mij een waar genoegen om deze verhalen op te tekenen. Ik hoop dat u er net zoveel van zult genieten als ik dat heb gedaan bij het schrijven. (Lees verder in artikel)
Sherida Asinga
Dit boek is door het personeel aangeboden aan
Dr. Sirahmpersad Eduard Jharap, Algemeen Directeur,
in verband met zijn afscheid van
Staatsolie Maatschappij Suriname N.V.
op 13 december 2005.
000000000000
Art. 3 - ROTARY VOCATIONAL EXCELLENCE AWARD 1997 VOOR EDDIE JHARAP
DE ROTARY VOCATIONAL EXCELLENCE AWARD 1997
RAPPORT VAN DE JURY VOOR DE TOEKENNING VANDE ROTARY VOCATIONAL EXCELLENCE AWARD 1997
Bij de selectie voor het afgelopen jaar (1997) is de sectorselectie achterwege gebleven, daar de voorbereidende commissie reeds spoedig tot de conclusie kwam, dat de meest opmerkelijke gebeurtenis in onze gemeenschap in het afgelopen jaar wel de totstandkoming was van de eigen olieraffinaderij. En de hoofdrolspelers in deze gebeurtenis zijn vrijwel allen bij de beide Rotaryclubs betrokken. De beslissing was dan ook snel gevallen, en besloten is de ROTARY VOCATIONAL EXCELLENCE AWARD 1997 toe te kennen aan Rtn. Eddy Jharap, en wel op grond van de volgende overwegingen.
Sirahmpersad Eduard JHARAP heeft met de realisatie van de eerste Surinaamse olieraffinaderij door de STAATSOLIE MAATSCHAPPIJ SURINAME n.v. ervan blijk gegeven op uitmuntende wijze inhoud te geven aan het begrip “GELOOF IN EIGEN KUNNEN” , en daarbij op inspirerende wijze het zelfvertrouwen van de werkende expert in ons land op een hoger niveau te brengen.(Lees verder in het artikel)
000000000
Art. 2 - EEN STRATEGIE VOOR DE ONTWIKKELING VAN DELFSTOFFEN IN SURINAME
Dit artikel bespreekt een mijnbouwbeleid en de te volgen strategie om het maximaal rendement voor het volk uit deze natuurlijke hulpbronnen te verkrijgen. Staatsolie is uiteindelijk het voorbeeld geworden. Delfstoffen nemen een cruciale plaats in het dagelijkse leven van mensen. Geen enkel volk of Regering, zowel in een ontwikkeld - als in een ontwikkelingsland, kapitalistisch of socialistisch, kan onverschillig blijven ten aanzien van het beleid over de exploitatie van deze natuurlijke hulpbronnen. Aardolie en vaste delfstoffen zijn nodig voor de veiligheid en militaire macht en vormen de sleutel tot industriële en economische ontwikkeling.
Ook in Suriname neemt de mijnbouw een belangrijke plaats in onze economie. Meer dan 95% van de export komt uit de mijnbouw en deze sector draagt voor meer dan 70% bij tot het BNP (GDP).
Met uitzondering van Staatsolie’s activiteiten op het vaste land en van lokale particulieren in de goudwinning, middels de Kleine Mijnbouw concessies, is de exploitatie van mijnbouwdelfstoffen in ons land tot nu toe een aangelegenheid van buitenlandse multinationale ondernemingen. In Suriname heerst daarom de opvatting dat ondanks de lange geschiedenis van delfstoffenproductie, wij er niet in geslaagd zijn om een rechtvaardig aandeel uit de opbrengsten van deze sector te verkrijgen. De roep die nog steeds gehoord wordt, is: “wij moeten een groter aandeel uit de productie van onze delfstoffen krijgen”. Eigenlijk moeten wij de vraag stellen: “Wat moeten wij doen om een groter aandeel uit de mijnbouwactiviteiten in ons land te verkrijgen?”……….
......... Lees verder in het artikel.
1. SURINAME’S OFFSHORE PETROLEUM POTENTIAL
(PUBLISHED by STAATSOLIE)
Introduction
The Suriname-Guyana Basin is a classic pull-apart basin on the passive margin of the southern end of the Central Atlantic Rift. This basin extends from the eastern Venezuelan border to French-Guyana.The Suriname petroleum province is 153,000 km2 (37,811,010 acres) and plays an important role within the Suriname-Guyana Basin with 700 million barrels STOIIP discovered to date. The Suriname-Guyana sedimentary basin, which developed on a passive continental margin since Jurassic times, is in the spotlight after Tullow’s discovery of 72 meter net pay in the Zaedyus well in French Guiana that mirrors the Jubilee Field in Ghana.The 15 billion barrels of undiscovered oil estimated in this basin by the United States Geological Survey (USGS, 2000) was based only on Cenomanian-Turonian source rock-derived hydrocarbons, while the Zaedyus discovery likely draws from older source rock. Since the USGS’s report of 2000, activities increased in the basin and Suriname holds the most extensive data base on open file.
The onshore Tambaredjo, the Calcutta, and the Tambaredjo NW oil field, with an original STOIIP of approximately 700 million barrels on stream respectively since 1982, 2005 and 2007, produce a heavy (16º API) sweet crude and are all sourced by the Cenomanian-Turonian source rock. Based on the available data and information four major play types have so far been identified within the Suriname-Guyana Basin: 1. Syn-rift Play; 2. Pre Aptian wedges Play; 3. Turbidite Systems; 4. Tambaredjo Field …….
(Read more in article, click on linck below:)
http://www.staatsolie.com/pio/images/stories/PDF/suriname_the_next_giant.pdf